Leerdoelen
Na afronding van het leertraject weet de forensisch professional:
- Wat de meest voorkomende problematiek is bij cliënten binnen de forensische zorg;
- Welk gedrag veel voorkomend is bij deze doelgroep;
- Hoe je het beste kunt omgaan met dit gedrag;
- Wat de rol van communicatie is in relatie met een cliënt;
- Waar de valkuilen kunnen liggen bij overdracht en tegenoverdracht;
- Wat van belang is bij overdracht en tegenoverdracht;
- Wat het belang is van teamfunctioneren;
- Hoe je gebruik kunt maken van het RNR-model;
- Hoe het RNR-model wordt toegepast;
- Hoe het RNR-model zich verhoudt tot herstel;
- Hoe je het gedrag van de cliënt kunt waarnemen en analyseren;
- Dat het waarnemen en analyseren van gedrag mogelijke risico’s kan voorspellen en verklaren;
- Dat je vanuit waargenomen gedrag verschillende interventies kunt inzetten;
- Dat je de functie en betekenis van het gedrag begrijpt;
- Wat de relatie is met psychopathologie;
- Hoe je om dient te gaan met naasten en familie om zo een gezond leef- en werkklimaat te bevorderen.