Forensisch vakmanschap is de optelsom van kennis, vaardigheden en houding waarmee de zorgprofessional kwalitatief goede begeleiding en/of behandeling kan bieden aan cliënten. De focus ligt op het terugdringen van recidive en op herstel en resocialisatie van de cliënt. De begeleiding en/of behandeling vindt plaats binnen het spanningsveld van zorg verlenen in een gedwongen kader. Multidisciplinaire samenwerking binnen de organisatie en de keten is hierbij een voorwaarde.
Binnen het forensische kader moet een zorgprofessional continu keuzes en afwegingen maken met aandacht voor de belangen en het herstel van de cliënt en de veiligheid voor alle betrokkenen: van collega's tot medecliënten en de samenleving. De professional anticipeert en handelt in complexe en potentieel risicovolle situaties, waarin de morele afweging wordt meegenomen.
Forensisch Vakmanschap betekent dat de professional zich doorlopend ontwikkelt en daar zelf de regie in voert. De professional beschikt over mentale veerkracht en reflecteert op de eigen gemoedstoestand, houding en handelen. Door reflectie op zichzelf en op het gezamenlijk handelen, bewaakt de professional de eigen (mentale) gezondheid en de kwaliteit van de forensische zorg.
De ontwikkeling van forensisch vakmanschap begint bij de eerste kennismaking met de forensische zorg. Een realistische beeldvorming van het forensische werkveld en de eerste stappen daarin als student, stagiair of beginnende professional, staan aan de basis van Forensisch Vakmanschap. Samenwerking tussen onderwijsmedewerkers en forensische zorgprofessionals is nodig om mbo, hbo en wo-studenten onderwijs te bieden dat aansluit bij de behoeften in het forensische werkveld.